Socialmediasanering

Het is gaan voelen alsof ik niet besta zonder sociale media. In de afgelopen jaren heb ik meerdere malen op het punt gestaan om mijn accounts te verwijderen en steeds weer liet ik mij tegenhouden door iets. Ondanks op ervaring gebaseerde adviezen, uit onderzoek gebleken feiten en de online realiteit van ons bestaan, heb ik het tóch besloten. Ik ga van Facebook af.

De stress

Waanzin was het: socialmediastress. Iedere vijf minuten kijken of ik al nieuwe likes had. Klooien met van die planners, want: minstens drie keer per week een goede post, toch? Spreuken, wijsheden, tegeltjes, quotes, weetjes, vragen, polls, plaatjes, links, oproepen. En dan de pijn die het deed als ik zag dat er weer eens tien volgers afgehaakt waren. Kwam dat door mijn taalgebruik? Mijn onderwerpen? Mijn schrijfstijl? Of ben je gewoonweg niet interessant genoeg om te volgen wanneer je maar een paar honderd volgers hebt?

De tags

Onrust als iemand mij getagd had bij een foto waar ik bizar slecht op stond. Met mijn ogen dicht of wijd open en vuurrood door de flits. Met een hap eten in mijn mond, of juist een scheve bek. Met precies die vetrol in beeld. De onderkin zichtbaar. Het glimmende voorhoofd, de puist op mijn wang. Tjezus. De moeite die het kostte om ofwel de tag of de complete foto te (laten) verwijderen. En het drama dat ontstond over dat soort situaties: ‘Wil je die ajb verwijderen? Ik zie er niet uit.’ ‘Hoezo, is toch juist een superleuke foto (- Ik sta hier wél goed op)?’

Het gegluur

En dan die drang om continu te gluren bij mensen die je jaren niet hebt gezien. Zien dat ze burgerlijk, topfit, gelukkig en ouders van een, twee of drie kinderen zijn geworden. Als ik dat doe, doen zij dat ook. Dat weet ik zeker. Hoe vaak hebben mijn exen en de exen van mijn exen mijn profiel aangeklikt? Ingezoomd op een foto waarop mijn teerbeminde staat, om te zien ‘hoe hij eruitziet’. Oud-klasgenoten die zich vroeger wanstaltig gedroegen en nu ongegeneerd in mijn digitale leven duiken. Zonder sorry te zeggen.

De misleads

Het heeft allemaal ook helemaal niks opgeleverd. Het soort werk wat ik doe, vind je niet via Facebook. De keren dat ik via dit kanaal benaderd werd met een zinnige vraag of potentiële opdracht zijn op een hand te tellen en leidden – behalve tot nodeloos voorwerk – nergens toe. Zonde van mijn tijd was het, om opvolging te geven aan privéberichten waarin het opeens ging over een tientje per uur of het uitbreiden van het portfolio. Rot op zeg, ik heb betere dingen te doen dan beunhaasje spelen.

Werk is leven

Er is eigenlijk maar één medium waar ik mij op mijn gemak voel en mezelf graag laat begluren en dat is LinkedIn. Daar word ik gevonden op wat ik weet en kan en benaderd om wat ik wil en zal. Daar word ik aanbevolen door oud-collega’s en nieuwe samenwerkingspartners. Daar leg ik contact met anderen die interessante dingen doen en zeggen. Ik doe er kennis en kennissen op, deel er mijn verhalen en zoek er die van anderen. Alles wat er in mijn LinkedInprofiel staat, is echt. Zonder filter, glitters en andere speciale effecten.

Tot snel?

Dus, lieve mensen, neem ik afscheid van mijn Facebookaccount. Van mijn persoonlijke en mijn zakelijke pagina’s. En nodig ik jullie uit om, wanneer de zin ertoe bestaat, met mij te linken op LinkedIn. Of mij voorlopig te volgen op Instagram. Het zal daar zijn waar ik deel over mijn werk en mijn leven – onlosmakelijk verbonden; mijn schrijfwerk, eenzaamheid en Bravico. Mensen die graag in contact blijven met mij, kunnen mij benaderen via mijn eigen website en een bericht op mijn mobiel sturen, of e-mail. Dan spreken we wat af en gaan we samen koffiedrinken. En praten. Echt praten. En horen hoe het werkelijk is. Als dat is wat jullie willen tenminste.