Poepverhalen

De geur is niet te harden. Bij het opentrekken van de deur komt de gruwelijke lucht mij tegemoet. Ze heeft zitten kakken en doet nu alsof er niks aan de hand is. Gatverdamme! Of…Eerlijk zeggen: vind jij poepen op het toilet van een restaurant of café ook niet kunnen? Ik stel niet dat ik erop tegen ben, maar merk dat er op het doen van een grote boodschap op dergelijke plekken nog een behoorlijk taboe rust.

Zoals je ouders geen seks hebben en meisjes nooit scheten laten, wordt er in de horeca niet gescheten op de wc. Hoe kan het dat we allemaal weleens zo’n moment hebben gehad dat de boel niet meer te houden was en toch zo afkeurend reageren op het gepoep van een ander? Het zijn misschien de zichtbare sporen die anderen achterlaten in de pot. Of het is de gedachte aan die handen waar eerst een reet mee is afgeveegd en later de deurklink is aangeraakt. Ook het openbaren van dat wat achter de schermen hoort te gebeuren, kan tot walging leiden.

De eerste keer dat ik mijn drol kopjes voelde geven en niks anders kon dan als een idioot schijten, was tijdens de feestelijke opening van het natuur- en milieucentrum Ter Kleef in de Haarlemmer Kweektuin. Ik was een jaar of zes. Aan de andere kant van de deur -zo een met een opening van 30 centimeter aan de onderkant- stonden minstens tien vrouwen, incluis mijn moeder. Het was een opluchting geweest om de pot vol te stouwen met mijn bruine brei. Nadat ik alles netjes had afgeveegd en weggespoeld, begon het ware debacle pas. De deur ging niet open.

Wat doe je dan? Je moeder roepen. Zachtjes. Iets harder. Luidkeels. Tussen het gegiechel en gehoon klonk dan eindelijk haar stem: ‘Is het gelukt? Heb je gepoept?’ Genderneutraal toilet of niet: schaamte kent geen geslacht. De situatie is overigens opgelost door een kordate dame die mij via de 38 millimeter dikke spaanplaat wist uit te leggen dat ik het slot drie keer naar links en daarna twee keer naar rechts moest draaien. Of zoiets.

In de jaren die volgden was de school-wc regelmatig aan de beurt. Ik kreeg een gruwelijke hekel aan drie toilet gerelateerde dingen: zo’n drukknop, het drolleneiland en keihard wc-papier met spikkeltjes. De keren dat ik met de wc-borstel of een stuk toiletpapier mijn drol van het plateau heb moeten duwen zijn ontelbaar.

En dan de diarree. Die komt natuurlijk nooit gelegen. Toch weet de natte poep het altijd voor elkaar te krijgen om zich aan te dienen op plekken die allesbehalve dienend zijn. Het strand. De bus. Het pontje. De winkelstraat. Je wordt er inventief van. Kringspier aanspannen. Billen knijpen. Focussen op de ademhaling. Aan iets anders denken. Hopen op een wonder.

Gierend en huilend tegelijk rende ik over een Thaise boulevard met de spuitkak al bijna in mijn bikinibroek. Spetterend zat ik op het mobiele toilet op een festival in Groot-Brittannië. Een keer ben ik ermee de zee in gerend. Ik zwom als een malle totdat ik zelfs de half neukende stelletjes was gepasseerd.  En daar, in de open zee, liet ik de boel lopen. Sorry openwaterzwemmers.

Ook hield ik weleens een stapel wc-papier tegen mijn kontgat aan, om vooral niet te veel lawaai te maken tijdens het ‘drukken’. Dat woord, mensen. Drukken. Wie heeft dat verzonnen? Een witte hoger opgeleide maar niet werkende vrouw uit Bloemendaal? Een heer van adel zonder kinderen, met twaalf paarden en een jachthond?

Om over poepdrang tijdens de seks nog maar te zwijgen. Even serieus: ik ben toch niet de enige die daar last van heeft? Het wegpuffen van een ruft, het terugdringen van een keutel, het verlangen naar een toiletbezoek dat minstens tien minuten duurt.

Het mag duidelijk zijn dat ik hier een taboe wil doorbreken. Het taboe op poepen welteverstaan. Ik zou zeggen: laat het gaan. Wie moet, die moet. Het leven gaat niet over roosjes en maneschijn. Er is ook gewoon poep, en pijn. Ongemak en dikke drollen: wie ze niet heeft, mist de kern van het leven.

Wat is jouw poepverhaal?