Geërgerd zie ik hoe televisie- en mediapersoonlijkheden zonder talent of creativiteit honderdduizenden kijkers weten te boeien met flauwe grappen, lege praatjes en beschamende spellen. Het onbeheersbare en onverzadigbare hiervan frustreert mij het meest. Ik zie non-stop behoefte om in de schijnwerpers te staan en hiermee geld te verdienen. Ambitie- en talentloos. Ik vind het lastig om tussen gebleekte tanden, geplaveide gezichten en lange bruine benen door iets van waarde te zien.
Altijd dezelfde kutgezichten, succesformules, platvloerse grollen of rijke meisjes die plots over de zin van het leven willen praten. Hipsters die over pure voeding filosoferen, vrouwen die zo lekker in hun vel zitten, jongens die lachend inbreken en vernielen voor het oog van de kijker. Mensen die zeggen creatief, expressief, selfmade, zichzelf en uniek te zijn. Zij worden ‘influencers’ genoemd. Ik voel mij gevangen in het beknellende vacuüm dat Nederlandse media heet. Wij willen gemakkelijk kijkvoer. Hap, slik, weg. Maar al die perfecte plaatjes en praatjes maken mij onzeker.
Ik vind het belachelijk en toch ben ik soms jaloers als mijn teerbeminde en ik naar dansende poppetjes kijken, strak in vel en jurk, glanzend en stralend middelpunt. Omgeven door lachend publiek en sidekicks die de rol van onbeholpen hulpclowns op zich nemen. Poppetjes die moeten afvallen omdat zij na het baren van twee kinderen maat 38 hebben, hierdoor niet meer in Elle maar Margriet staan en gewoonweg geld, uh, discipline willen tonen om hier iets aan te doen. Dat wil ik ook, of?
Stoere wijven die de deur uitgaan zonder make-up en beter nog: hier eerst een selfie van nemen. Als bewijs. Overtreffende trap is het plaatsen van de selfie op Instagram en zo aan alle fans bewijzen schijt te hebben aan het opgelegde schoonheidsideaal. Maar wacht eens even: komt dat make-uploze gezicht überhaupt verder dan het Instagramaccount? Ik betwijfel het. Als ik miljonair ben, mogen mijn fans ook mijn blotebillengezicht zien. Elke dag. Ik zal de foto’s posten, een inloopdouche nemen en daarna weer vrolijk aan de slag gaan met foundation en mascara.
Laatst zag ik een Instagrampost van een semi-bekend Nederlands model dat in de file stond, op weg naar het strand. De zelf geschoten foto toonde het gefilterde gezicht van een knap meisje met een blik die ergens tussen beteuterd en verleidelijk inzat. Onderschrift “Hitte, in de file, op weg naar Zandvoort”. Ik staarde ernaar. Er klopte iets niet, hoewel ik vreesde dat dit mijn misgunnen kon zijn. Plots zag ik het. Deze auto, dit meisje: zij stonden niet in de file. De auto stond overduidelijk geparkeerd in een groene en rustige straat. Geen druk verkeer en al helemaal geen file te bekennen. Die hitte viel volgens mij ook wel mee. Ik voelde me genaaid en vond het sneu voor haar bovendien.
Wat moeten we hiermee? Misschien wel helemaal niks. Laten gaan, niet meer naar kijken en ons er vooral niet over opwinden. Nederlandse nuchterheid gebiedt ons dit soort dingen ‘te laten zijn’. Maar dat doen we niet. We praten, schrijven, chatten, posten, kopiëren, verheerlijken en dissen. Influencers doen hun functienaam eer aan. Ik weet dat verbanning verstandig is, het zal ruimte bieden aan focus op zaken die mooi, lief en oprecht zijn. Ik houd niet van nep en nep houd niet van mij. Toch kost het moeite om elkaar los te laten. Ik kijk en staar. Wat ik niet heb, fascineert mij. Wat ik niet begrijp, leert mij. En zo velen met mij. Opposites attract.