Over dikke pech en grote drollen

Terwijl ik sta te vloeken omdat ik zojuist met mijn bovenbeen hard tegen een openstaande la aanliep, stoot ik mijn teen aan de rand van de koelkastdeur. Wrijvend over twee plekken tegelijk concludeer ik dat dit zo’n klotedag is. Het is onvoorstelbaar hoeveel dingen soms misgaan bij mij. Ik som ze graag even voor je op.

Vanmorgen bleek de achterband van mijn fiets zacht. Ik wilde ‘m oppompen en zocht hiertoe in het berghok naar de fietspomp. Die bleek ergens achter een grote surftas te staan en om het kreng te pakken, moest ik een vreemde houding aannemen. Met mijn linkerarm uitgestoken en mijn rechterschouder nogal ongemakkelijk ingedraaid, voelde ik het fuckding door mijn hand glijden toen er iets gruwelijk misging in mijn linkerschouder. Een vlammende pijn schoot erdoorheen. Na een paar minuten was de pijn helaas nog niet weggezakt en mijn geduld flink opgeraakt, dus griste ik met een allervreemdste beweging de pomp alsnog achter het surfgerei vandaan. Mijn schouder deed de rest van de dag pijn. De fietspomp bleek stuk.

Met een zachte achterband is het kut fietsen. Het kost een hoop moeite en dubbel zoveel tijd om op de plaats van bestemming te komen. Ik moet er altijd van zuchten.

Eenmaal aangekomen bleek mijn afspraak helemaal niet genoteerd te staan en kon ik onverrichter zake terug. Weer twintig ellendig langzaam fietsen. Thuis had de kat op drie verschillende plekken gepiest. Ik voelde me nogal in mijn zak gescheten, maar had eerder gelezen dat boos worden geen zin heeft. Een half uur later was de vloer tweemaal gedweild. Zonde van mijn tijd; het is niet anders. Dan maar even iets onzinnigs doen. Televisie aan. Blauw beeld, zwart, knipperend, weg. Wel geluid, geen beeld. Storing bij Ziggo. Het begon me te dagen dat dit weleens zo’n klotedag kon zijn. Boodschappen doen. Een kwartier later zaten de zolen van mijn Nike’s volledig onder de hondenstront. En nergens een regenplas te bekennen om met mijn bevuilde schoeisel in te staan. Gelukkig had de Albert Heijn een stevige deurmat. Daar zaten nadien flinke strepen op.

Ik had iets voelen glijden en heb achterom gekeken. Nooit doen natuurlijk.  Je wilt die roodbruine vegen met wat vliegen erboven helemaal niet zien.

Het was nog niet gedaan, want wat hierop volgde was pas echt een grote clusterfuck. In willekeurige volgorde: een te ver opengescheurde zak – ik ben ongedurig en onhandig – en rondvliegende nootjes, de jaarlijkse incasso van de doorlopende reis- en annuleringsverzekering (heb ik die?), een coderingsfout in mijn website, te hete thee, krabben aan een muggenbult waar ik echt beter van af kon blijven, een opkomende ontsteking aan mijn ooglid, struikelen over de kat, gat in lievelingsshirt, uien die vanbinnen rot bleken (ze noemden het ‘vers’), billen vegen met keukenpapier omdat ik het toiletpapier vergeten was en compleet inspiratieloos werken aan een opdracht. Een totale uitputtingsslag.

Tegen beter weten in iets doen is raar en toch doe ik het vaak. Het eindresultaat is altijd onbevredigend, maar de drang te groot.

En na dit alles besloot ik dus een bos bloemen voor mezelf te halen. Troost. Weer de deur uit. Jas aan, ander paar schoenen, vier minuten heen, tien minuten twijfelen, twee minuten afrekenen, vier minuten terug. Thuis pakte ik de vaas, leegde het zakje ‘suiker’ erin, deed de kraan open en liep naar de kast om een schaar uit de la te pakken. Ik scheurde het plastic open, wat niet gemakkelijk ging, knipte het touwtje dat om de steeltjes gewikkeld zat los, sneed de bloemen schuin af op ongeveer twee centimeter, zette ze in de vaas met water, tilde het geheel op en draaide me om. Onderweg naar de eettafel kwam ik de openstaande la tegen. De rest is geschiedenis.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *