Sommige mensen vinden het maar een treurig onderwerp. In zekere zin geef ik ze gelijk. Eenzaamheid is de vuile was die je liever niet buiten hangt. Het is de onderbroek die boven je broekrand uitsteekt als je bukt. Dus bukken we maar niet en laten we liggen wat er op te rapen valt. Maar daarmee stappen we wel over een van de grootste verbindingswoorden van dit moment heen.
Op de stronthoop
De straatjes hoeven niet altijd schoon te zijn. Er mag heus wel wat troep liggen. Een vuilniszak hier, een kapotte fiets daar. Het hoort erbij. Niks is perfect. In een maatschappij die haar best doet om de boel zo opgeruimd mogelijk te houden, gaat weleens wat mis. Dingen mogen lastig zijn. Dingen mogen anders gaan. Als dan die bezemwagen van de overheid weer eens door de straten rijdt, is de lol van het anders-zijn er snel van af.
Die wagen schuift alle stront en afval op een hoop. Hop, zo op de vuilnisstapel. Daar waar de onderkant van de samenleving ligt te meuren, ligt de eenzaamheid er nietig bij. Als een godvergeten klotezooi die vooral maar snel de verbrandingsoven in moet. Van wat er uitkomt, worden oplossingen gekleid. Doe-het-zelfpakketjes en programma’s op maat. Het blijkt een lucratieve onderneming: eenzaamheid recyclen.
Ga maar in de hoek staan
Want natuurlijk mag het er niet zijn. Dat is om verdrietig van te worden. Dus beter verstoppen we de eenzaamheid. In hoeken waar de zon niet schijnt. De zorghoek. De strafhoek. De schaamhoek. Ik weiger in zo’n hoek te staan. Niemand krijgt mijn handtekening in ruil voor een plak cake en een handjeklap met ambtenaren.
Mag ik even?
Ik voel mij eenzaam. De lockdown holt mij uit. Zelfs als ik de teerbeminde naast mij heb zitten, voel ik me compleet afgesneden van het leven. Ik mis de jeu. Op een dampende dansvloer staan. Rennen voor de laatste trein naar huis. Uren struinen in de boekhandel. Dat had-ik-niet-moeten-doenbiertje bestellen. Twintig verschillende jassen passen in de winkel. Een potje sparren op de mat. ’s Ochtends naar de bioscoop gaan. Een hand uitsteken. Letterlijk. Ja, zelfs gesprekken in een bomvolle bus en metro mis ik.
Ik sta op, kleed me aan, eet wat en ga aan het werk. Ik doe het en ik kan het. Ik werk, dus ik ben? Voor de veerkracht boks en wandel ik. En dankbaar ben ik dat ik samenwoon en iemand heb om aan te raken. Maar mag ik hier last van hebben? Nondeju, ik wil het gewoon kunnen zeggen: ik voel mij eenzaam. Ik heb werkelijk iedere krocht in mijn hoofd verkend. Alles op papier gezet. Hard gewerkt. Een dagboek bijgehouden. Omzet gedraaid. In contact gebleven met vrienden. Een boek geschreven. Gedroomd, voorbereid en uitgewerkt.
Maar nu wil ik doen. Ik wil kunnen. Ik wil mogen. Daar hoeft niemand een oplossing voor te bedenken. Ik wil het alleen maar kwijt. Het gaat echt niet slecht met mij; ik voel me gewoon eenzaam.
Hoe voelt eenzaamheid voor jou?