Een bewogen weekend

We hebben een bewogen weekend achter de rug. Opeens mocht er weer van alles. Voor het eerst in tijden hadden we veel te verliezen: ons verstand, onze eenzaamheid en een achtste finale. Dat bruut over je nek gaan in de steeg en voordringen in de rij weer is toegestaan, laten we ons geen tweede keer zeggen. Dus bracht half Nederland de afgelopen dagen kotsend en botsend met elkaar door.

Gebotst werd er. Zo botsten er meerdere wielrenners in de Tour de France tegen een vrouw met bord aan. Het gebeuren veroorzaakte een enorme valpartij; de vrouw die het leuk vond om met haar ‘Allez opi-omi’ op beeld te komen – de wielers leken haar niet te interesseren, is naar verluid nog spoorloos. Wist je trouwens dat de organisator van de Tour de France de naam ASO draagt? Ik maak geen grap. Het is een typisch geval van ironie.

Gekotst werd er. De kroegen en nachtclubs barstten uit hun voegen. Hordes – grotendeels – ‘jonge mensen’ stonden als bakvissen in de rij om voor tien euro per stuk een mixdrankje met minimale hoeveelheid alcohol te drinken op een natte, zweterige dansvloer. ‘Geld uitgeven’ was het motto. En ‘leven’. Ik snap het: als ik twintig was geweest zou ik er ook een bonte avond van maken. Misschien wel drie op een rij.

Gehost werd er. Op het plein, in de straten, de tuin en de woonkamer, het bijna doorgezakte balkon, het park en op het terras. Op muziek die klinkt als carnavalsellende. Hits van obese volkszangers en een hoogbegaafde Brabander. Hier en daar een lijn wit, een zakje smileys en een flinke hoeveelheid slagroompatronen. In plaats van met de boks werd overal met de tong begroet en de anderhalve meter bleek ingeruild voor die welbekende plakkerige broederknuffel.

Verloren werd er. De beperkingen, de angst, de mondkapjes: ze verdwenen. We waren eindelijk van ze af. Het verlies vierden we. Zelden feestten we zo uitbundig om iets dat we verloren hadden. In het feestgedruis verloren we ook iets anders: bescheidenheid. Want daar was die opmerkelijke neiging weer: hoogmoed. Terug van weggeweest en massaal omarmd door de bijna anderhalf jaar durende onzekerheid.

Gewonnen werd er ook. Op de racebaan, in diverse wieleretappen en bij onze Belgische zuiderburen.  Het ging een beetje aan ons voorbij. We hadden het te druk met kotsen, botsen, hossen en verliezen. Laat ik degene zijn die het afgelopen weekend positief evalueert. Het waren vreemde, drukke, onwennige, bijna exorbitante en toch zalige en gezellige dagen. En zo hebben we het graag: gezellig.