De aardbei op de slagroom

Verhaspelingen; ik ben er dol op. Zij maken de Nederlandse taal leuker, zelfs voor ‘taalhaters’ (ze bestaan). Onlangs hoorde ik een trotse kerel vertellen, in een weeïg televisieprogramma over klussen en verbouwen, dat zijn huidige huis voor hem de aardbei op de slagroom was. Tijdens een nieuwsuitzending stelde een geïnterviewde campagneleider luid brullend dat hij iets deed dat anderen niet durfden: “de handdoek in het hoenderhok werpen”.

Zelfs bekende presentatie- en redactietalenten glijden weleens uit. Van sommige bekende gezichten komt dit niet als een verrassing. In een eerder verschenen bundel met leukste verhaspelingen bleek Matthijs van Nieuwkerk de kroon te spannen. Dat is toch interessant. De snelspreker, woordenrammelaar, belezen en geprezen Van Nieuwkerk die zo dikwijls struikelt over uitdrukkingen en gezegden. Toch deert het hem en andere verhaspelaars niet.

Taalorakel Johan Cruijff werd er enkel sympathieker van: wie nam hem de bizarre samentrekkingen kwalijk? Zijn zelfverzonnen predicaten verschenen op T-shirts, koffiemokken en petten. Nederland lachte er hartelijk om. Het is immers aandoenlijk om te horen hoe mensen hun best doen op foutieve beeldspraak.

Vacatureteksten staan er ook bol van, dat maakt de zoektocht naar werk amusanter. Werkgevers willen doortastende professionals met vlotte pen en heldere communicatiestijl en schrijven zelf: “je bent een spil in het web” en “jij hebt een hands-on analytische werkstijl”. Wat te doen?

Verhaspelingen zijn overal en vaak subject van vermaak of een verzetje. Vrijwel iedereen maakt zich er weleens schuldig aan en dat is precies wat verhaspelingen leuk maakt. Ze zijn verraderlijk en vermakelijk. Wie ze maakt, moet van ze houden.Onlangs een grappige verhaspeling gehoord of gelezen? Laat ‘m achter in een reactie en maak mij en volgers deelgenoot.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *