In Nederland werken meer dan 1 miljoen mensen in de zorg. Dat is heel erg veel. Zoveel mensen, zoveel verhalen. Duizenden per dag. Zomaar een werkdag gevangen in fragmenten.
HERHALING VAN ZETTEN
Haren wassen, monden voeden. Teveel kopjes koffie per dag, driemaal daags de thee. Bloeddruk, medicatie, bezoek. Bange mensen, afleiden met een geintje, honderd keer dezelfde vraag. Telefoontjes, Facebook checken. Lulkoekbingo. Kriebelhoest. Saai artikel van gepromoveerde collega, reisdeclaraties invoeren. Vakantie aanvragen. Kapotte printer, kantoor opruimen. ROM, ZRM, CAN en klotelijstjes. Inbox opschonen. Zweetlucht. Kauwgom. Kots en pies. Poep. Pleisters plakken, schone kleding pakken.
DOOR WEER EN WIND
Adres onvindbaar. Even theetje drinken. Liever een spelletje maar geen tijd. Lamme hand; de overdrachtsmap moet blijven. Onder druk, lastige gesprekken. Als een vriendschap, of alles uit je tenen. Wandelen in het park, een sigaret op het balkon. Samen boodschappen doen, cliënt kwijtraken. Half tijgerwit, cervelaatworst, vijftien bier en twee pakken koek. Een begeleidingsplan opstellen. Koelkast schoonmaken, depot verstrekken. Praatje prut, veel geduld, krap in tijd. Glurende buren, afvinken, agenda trekken. No-show op nummer 10, later op de dag misschien.
DE SOM DER DELEN
De dokter komt zo, bellen met de apotheek, vals alarm, piepend infuusapparaat, bloed, hechting. De familie. Teamoverleg, laatste roddels, plakkerige boterhammen. Dossiers ophalen. Scheet laten in de lift, bezoekers gaan voor. Zelf te laat komen. De altijd zieke collega. Plas ophouden, zin in zoet. Taart bij jubilea, iets lekkers bij de koffie. Tranen van het lachen, gebalde vuisten. Affaires, scheidingen. Ongemakkelijke momenten, vreemde reacties. ‘Gezellig’. Afremmen en aanmoedigen. Biertje na de avonddienst. Een zucht en een kreun. De rode pen kwijtraken. Voorraad tellen, bijbestellen.
KOMEN EN GAAN
Gesprekken in de gang, diensten ruilen via de mail, opzien tegen kamer 12, bellen met ICT. Ontbijt overslaan, lunchen met een appel. Zoeken in het smoelenboek, een ondefinieerbare vlek op een ongelukkige plek. Hoofdpijn tot en met. Vroege dienst met een kater. Vrienden voor het leven. Flauwe grappen, een prikbord vol mededelingen. Ontwrichting, teambuilding. POP voorbereiden. Knipperende TL, lekkende kraan. Blij, boos. Moe. Een bos bloemen als dank. Nooit meer tot ziens. Ter wereld brengen en afscheid nemen. Geboortekaartjes aan een touwtje. Rouwkaarten in de la. Voor altijd lievelingspatiënten en draaideurcliënten.
Werken in de zorg: je moet het maar willen.